Skip to main content

HISTORIE

Vrije tijd in de 60-er jaren # door Jo Smeets

“He joch wil je met ons komen voetballen”: vragen twee bekende Nederlandse voetballers in het tv-reclamefilmpje. Het jongetje heeft op dat moment geen tijd, maar hij blijkt ook de andere dagen van de week geen tijd te hebben. Hij heeft de hele week al activiteiten gepland. De kalendernotitie zegt hem waar naar toe. Wij kinderen in de jaren zestig hebben zeeën van tijd, tijd die we zelf moeten invullen.

Op de foto aanleg zand- en kiezelberg, het "slagveld" voor de jeugd in vroegere jaren.

Het klinkt kinderen nu misschien vreemd in de oren, maar er is een periode geweest dat playstation, pc-spelletjes, dagelijks tv kijken, niet bestaan.
Wij kinderen in Catsop in die jaren 60 houden ons in onze vrije tijd op andere manieren bezig. Opgroeien in die jaren betekent heel veel buiten en in de natuur zijn.

De vele weilanden, bosjes en de Hoge Bos zijn ons speelterrein. Sommige expedities richten wel eens schade aan, want wij zijn natuurlijk niet altijd heilige boontjes. Het “klauwen” van fruit, een hooimijt die in vlammen opgaat, een kurkdroge wegberm die over een aantal meters in brand staat, het is slechts een kleine selectie. Echter de vele lege ruimte eromheen, maakt dat de schade geen grote gevolgen heeft. Kattenkwaad uithalen hoort bij het volwassen worden.
De natuur en de seizoenen bepalen voor een groot deel onze avonturen.

Zo is het van Catsop naar de Hoge Bos slechts een kattensprong. In het voorjaar worden tuinen geprepareerd om bloemen en zaaigoed te ontvangen. Bosgrond is uitstekend voor in de tuin. Dus bij boer Pieter wordt, na lang aandringen, een paardje en kar geleend om enkele kubieke meters te halen. “Jongens zijn jullie wel voorzichtig”, zegt ie. “Tuurlijk”, roepen wij en zijn maar wat blij met deze buitenkans.

De rit ernaartoe is al spannend. In de Hoge Bos wordt flink geladen en vervolgens terug naar huis. Dit levert meer problemen op als gedacht, want ongeladen verloopt de toch over het heuvelachtige terrein soepel. Zoveel kuub grond in de laadbak, dit is een ander verhaal. Het manoeuvreren met paard en wagen roept heel wat gevloek op. Op enig moment is het zelfs zo ver gekomen, dat het paardje met z’n vier poten vrij in de lucht hangt. Kortom achter moeten er toch wat kilos af, om uiteindelijk het span weer goed bij boer Pieter in te leveren.
“En jongens vanmiddag nog iets bijzonders gebeurt”. Hij moest eens weten.

Langs de heg op de achtergrond liep voorheen een weg naar het Hoge Bos. Onderaan links van de weg aan de bosrand lag de Juddekirkhef. Voor hele artikel: klik hier

’s Zomers zoeken wij hier vaak verkoeling in de Hoge Bos. Via het Armsterveld wordt afgedaald naar de Duiker. Het helder koud stromende beekje door deze lange, donkere, vochtige, spoorwegtunnel proberen wij te beteugelen. Staand en zitttend in het water creeëren wij met keien de deltawerken op madurodamformaat. Hol klinken onze kreten in de tunnel en wij zijn stiekem opgelucht als wij aan de andere kant weer in het daglicht staan.
Die woekerende lianen in de bomen van het bos roepen bij ons oergevoelens op. “Me Tarzan, you Jane”, Jane is echter in geen velden of wegen te zien. Op die leeftijd spelen hormonen nog geen grote rol.

De Kiezelberg moeten wij bedwingen als alpinisten, er gaat geen gebaand pad omhoog. Vlak bij de Duiker ligt ook de Zandberg. Boven op de Zandberg heb je een prachtig uitzicht naar buurland België.
Aan de voet van de Zandberg ligt verscholen de salamanderpoel. Menig vuursalamander en “koelekop” zijn in een glazen jampot beland en mee naar huis genomen.

Vele vrije, warme, lome, middagen dompelen wij hier in het gedempte licht van het bos.
Vaak maken wij in de herfst een kampvuurtje omdat dit lekker warm en spannend is. Eerst  hout sprokkelen dan langzaam het vuur opbouwen zodat de likkende vlammen steeds hoger reiken.
Als de rooitijd van aardappelen is aangebroken worden op het veld “aerpele gezeumerd”. Zij worden in de hitte gepoft en opgegeten.

De zand en kiezelberg tijdens de aanleg. Het tussenstuk op de achtergrond is het dijklichaam van de spoorlijn met er doorheen de grote duiker. Momenteel is alles bebost en nauwelijks herkenbaar. Als oriëntatiepunt kan men de bocht in de Hemelbeek gebruiken. Goed is te zien dat de bedding van de beek op dit punt toen is omgelegd. Voorheen liep hij hier recht door de beemden naar de Maas. Voor hele artikel: klik hier

In het najaar wordt in het bos naar kastanjes gezocht. Als een Rambo wordt met een stok op de stekelige bolster geslagen om zo de “kestaanjele”  te bevrijden. De oogst wordt op zolder gelegd om te drogen en vervolgens opgepeuzeld. Beukennootjes worden mee naar huis genomen om er kettingen van te maken.
Bij slecht weer zittend aan de keukentafel wordt er met beukennoten en luciferstokjes menige dino gefabriceerd.

Tijdens onze omzwervingen in het bos wordt gekeken naar takken die als stok kunnen dienen. Met een mes wordt de bast eraf gepeld en komt het blanke hout tevoorschijn. De sierkerven vinden hun weg in het zachte hout. Het wordt een kleine totempaal. Een gevorkte tak is het geschikte geraamte voor een katapult. Noodzakelijk omdat wij toch vaak in het wild moeten leven en om te overleven moet je altijd bewapend zijn.
De geur van een bos in de herfst of zo maar neerploffen in een berg bladeren zijn dingen die je nooit meer vergeet.

 

Foto: pleintje Op den Dries, Catsop

Als in de winter de sneeuw ligt en het hard vriest, wordt op het plein De Dries een lange baan gemaakt om te “keije”.
’s Avonds voordat de volwassenen gaan slapen, worden er door hen nog enige emmers water overheen gegooid. De baan oogt de volgende morgen als een meterslange spiegel die zorgt voor veel spektakel bij jeugd en vaders.
De hellingen die in Catsop ruim voorhanden zijn worden bedwongen met “ieswaagels”.
Zo’n dertig meter naar beneden sleeen en dan zoeven door die smalle opening in een doornheg waarachter de bodem weer iets omhoog loopt. Het maken van sneeuwpoppen, een iglo bouwen, en sneeuwbalgevechten behoren tot ons winterplezier. Echter om te schaatsen moeten wij toch afdalen naar de Wierd bij het kasteel Elsloo.

Wat de natuur ons gedurende het jaar geeft, gebruiken wij kinderen in de jaren 60 als speelgoed en speelterrein. Er komt geen Kw. of stekker aan te pas.

Laat reactieformulier zien